Toekomst van de Delta

De Deltawerken zijn een modern symbool van maakbaarheid en menselijke overwinning op de Noordzee. Na de watersnoodramp in 1953 hebben we besloten een flinke schutting op te trekken en de zee op afstand te houden, als een buurman die niet helemaal te vertrouwen is. Door zeespiegelstijging, afnemende biodiversiteit, verzilting, verdroging, wateroverlast en bodemdaling komt deze manier van kustbescherming, en het maakbare zelfbeeld van de Nederlander, echter steeds verder onder druk te staan.

Toekomstscenario’s om de problemen tegen te gaan zijn divers, van een duinmetropool en het verplaatsen van steden naar het Oosten, tot een industrieel grid met drijvende steden. Sinds 1930 wordt er al gefantaseerd over een afsluitdijk rond de complete Noordzee. Al deze scenario’s hebben een ding gemeen: de mens staat centraal. De ecologische gevolgen worden weliswaar erkend, maar primair doel is een ander gebruik van ‘natuurlijke hulpbronnen’ en ‘economische haalbaarheid’. Niet-mensen worden buiten beschouwing gelaten, tenzij zij bijdragen aan de inkomens van mens-Nederlanders.

De modernistische harde scheidslijnen van de Deltawerken hebben een deel bewegingsvrijheid van het water, zand en andere gemeenschappen ontnomen. De zelfbeschikking en mogelijkheid voor de zee en delta om op elkaar te kunnen reageren zijn hiermee verkleind. Actiegroepen die pleiten voor een open Oosterschelde hebben een radicaal ander antwoord op de zeespiegelstijging. Zij willen de zee weer vrij Zeeland binnen laten stromen en zien daar eerder kansen dan bedreigingen voor zowel Zeeuwen (als vissers) als de natuur. Zou het mogelijk kunnen zijn dat we door de zeespiegelstijging de dialoog met natuurlijke processen en niet-menselijke populaties noodgedwongen hervinden?

Team Toekomst van de Delta vraagt zich af hoe we het beste kunnen luisteren naar de diverse Delta-gemeenschappen en hoe we in dialoog kunnen treden met niet-mensen. Via verschillende verkenningen en veldwerk hopen we zo bij te dragen aan een meer inclusieve benadering van de ruimtelijke ordening van de kust. Binnen het onderzoeksteam verdiept kunstenaar Theun Karelse zich in de vraag hoe een Open Oosterschelde een luisteromgeving kan worden. Prof. dr. Maarten Kleinhans beschrijft vanuit het concept van de tijdreis de ontwikkeling van het Zeeuwse landschap rond de Oosterschelde in de afgelopen 8000 jaar en speculeert over de toekomst. Darko Lagunas tot slot, zal in de rol van verhalenverteller etnografisch onderzoek doen naar de belangen en prioriteiten van menselijke en niet-menselijke gemeenschappen voor de toekomst van de Oosterschelde.