Persconferentie van Godzilla

Persconferentie van Godzilla

13 Juli 2019, Scheveningen

 

Goedemiddag, leden van de pers, geïnteresseerden, toevallige voorbijgangers, honden, meeuwen, zandkorrels. Welkom bij deze persconferentie. Welkom op het strand van Scheveningen.

Ik heb eerst een kort statement, waarna ik nog eventuele vragen zal beantwoorden voor ik overga tot de reden voor deze bijeenkomst: Mijn vertrek.

Ik, misschien weet niet iedereen dat, ik ben Godzilla. Een samentrekking van de Japanse woorden voor gorilla en walvis. Ik ben als het ware de grote mensaap van de oceaan, de zilverrug van de waterwereld. Maar bovenal ben ik natuurlijk een filmmonster.

Voor mijn bestaan wil ik u graag bedanken. Niet alleen Ishiro Honda, de Japanse regisseur die mij in leven riep maar vooral ook u, het publiek, dat mij door uw collectieve gewelddadige verlangen al die jaren leven houdt.

Waarom ik ga zal ik zo dadelijk toelichten. Maar eerst wil ik graag even met u terugblikken op 65 jaar verwoesting. Dat is namelijk de periode die is verstreken sinds ik voor het eerst uit zee kwam in de baai van Tokyo. Wat heb ik hier eigenlijk gedaan?

Ik ben, dat mag ik toch wel zeggen, specialist in gevaarlijk en verwoestend zijn. Verwoesting is wat er gebeurd in de slipstream van mijn leven. Dat gaat min of meer vanzelf, niet alleen omdat ik zo enorm groot ben maar omdat het nu eenmaal mijn aard is om dingen kapot te maken.

En het is deze bijzondere capaciteit voor verwoesting op grote schaal die mij zo populair heeft gemaakt, bij u. Uw verlangen is mijn chi. De afgelopen 65 jaar ben ik regelmatig de zee uit gelopen om aan land een spoor van vernieling achter te laten. Vooral moderne en tegenwoordig post-moderne architectuur veeg ik graag van de kaart. Dat heeft iets te maken met de structuur, net als wanneer je een koekje in je mond steekt, sommige structuren zijn krokant en hebben geven dat gevoel van voldoening terwijl andere wat weeig zijn. Kwestie van smaak.

Een voorzichtige schatting is dat ik in de afgelopen jaren zo’n 1400 bordkartonnen kantoorcomplexen met de grond heb gelijk gemaakt. Ik deed het graag, een bedankje is niet nodig. En misschien ga ik het als ik straks vertrokken ben ook wel missen. Ach, misschien doe ik als toetje zo meteen nog even het Kurhaus voor u, of de pier.

Nee het is niet vanwege het werk dat ik heb besloten om weg te gaan. De oorzaken daarvoor liggen dieper en zijn wat complexer. En vanwege de intieme band die we de afgelopen decennia hebben opgebouwd wil ik proberen daar iets over te zeggen. Ik wil eerlijk tegen jullie zijn.

Ondanks de verwarring die erover is ontstaan heb ik nooit iets kapot gemaakt vanwege een verheven ideaal of een hoger doel maar gewoon omdat het is wat ik doe. Denk aan mij als een vleesgeworden aardbeving of bliksemschicht, een tsunami. Het soort goddeloos geweld waarmee u maar moeilijk in het reine kunt komen omdat het zomaar uit de lucht komt vallen. Zo had u het natuurlijk ook niet bedacht.

En de mens houdt er niet van als de dingen geen betekenis hebben. U houdt er niet van als u iets niet begrijpt. Ik durf zelfs te beweren dat wanneer betekenis zich niet laat vatten u dan maar achteraf iets verzint. Daar zijn jullie dan weer wel goed in, al is het mij niet duidelijk of jullie daar goed in zijn omdat jullie die betekenis zo hard nodig hebben, of dat jullie die betekenis zo hard nodig hebben omdat jullie daar nu eenmaal goed in zijn.

Er zijn door de jaren heen meer dan 30 speelfilms over mij gemaakt. De een nog slechter dan de ander. Oh oh oh, werkelijk, er staat geen maat op de potsierlijke situaties waarin uw fantasie mij gewrongen heeft.

Ik wil er ook eigenlijk niet teveel woorden aan vuil maken. Maar laat ik zeggen dat ik vermoed dat het deels die aperte slechtheid van de scripts is die uw verbeelding aan het werk heeft gezet om betekenis te geven. U maakte zichzelf nogmaals medeplichtig. Overigens zonder dat ik u daarom heb gevraagd.

Even bij het begin beginnen, die eerste film was nog best goed. Ik besloot bij Tokio uit het water te kruipen in het najaar van 1954. Nu moet u begrijpen dat het Japan van de jaren 50 nog niet het Japan was van de Sony Walkman en Nintendo. Het Amerikaanse bezettingsleger na de oorlog was nog maar net vertrokken, de herinneringen aan de twee atoombommen, op Hiroshima en Nagasaki rolde als een kakelvers kippenei door het geheugen.

En als om dit nog eens in te wrijven werden er tegelijkertijd door de verschillende ‘winnaars’ van de oorlog regelmatig atoombom en waterstofbomproeven gedaan, in de niet zo Stille Oceaan op een flinke steenworp afstand van Japan. De angst zat er nog goed in.

En die angst werd nog eens aangewakkerd door een incident met het vissersbootje de Lucky Dragon #5. De bemanning wist niet dat er in het gebied waar ze hun netten die avond hadden uitgegooid een atoomproef zou zijn. Stelt u zich hun schrik voor toen het midden in de nacht plotseling dag leek te worden door de enorme lichtflits van de ontploffing, gevolgd door een paddenstoelvormige wolk. De bemanning werd blootgesteld aan een regen van radioactieve as. Na halsoverkop te zijn terug gevaren werden ze met stralingsziekte in het ziekenhuis opgenomen. U kunt zich de ophef in het nog rouwende Japan voorstellen.

Trouwens, je kunt de krater van die specifieke waterstofbomtest op Google Earth nog zien. Alsof een monster een hap uit eiland Bikini heeft genomen. En dat monster dat werd ik. Ik kreeg zelfs een radioactieve adem ter beschikking zodat er geen misverstand ver kon bestaan over de oorzaak van mijn amorele verlangens.

Nou goed dat is zo’n beetje de context waarin ik verscheen..

Zoals Susan Sontag al zei: Of iets een ramp is, is een kwestie van schaal en de esthetiek van de ramp hangt erg af van de grootsheid van de vernieling. Veel mooier dan die van mij bestaan ze niet. Mijn staart is mijn penseel en de stad is mijn canvas.

Het is voor u vanuit dat perspectief gezien dan wellicht ook een beetje verwarrend dat ik hier nu zo sta, in deze vorm waarbij het eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk is of we naar een monster kijken dat mens geworden is of naar een mens op weg monster te worden. Ben ik een man verkleed als Godzilla of Godzilla verkleed als man.

Die ambiguïteit zullen we moeten accepteren omdat er, zoals u begrijpt, niet echt een antwoord op te geven is. We zijn het één noch het ander en beide tegelijk, aangezien ik fictief ben, en alleen gezien kan worden door hen die in mij geloven.

Zoals Thijs Middeldorp laatst opmerkte ontlopen de Noordzee en ik elkaar daarin niet veel. Beide zijn wij een fictie, een collectief van geschreven en ongeschreven gedachten, processen, dingen die zijn gebeurd en nog gaan gebeuren, sprookjes of nachtmerries, of beide. Wij bestaan bij de gratie van de plek in jullie verbeelding, de verhalen die over ons worden verteld, en het oor van de luisteraar. Op het strand mooi gesymboliseerd door De Zeemond van Carmen Schabracq.

Tsja, de luisteraar. Terwijl ik Tokio stond te slopen verschenen er al vrij snel fans langs de lijn die mijn esthetisch geweld in verschillende toonaarden toejuichten. ‘Kunstliefhebbers!’, dacht ik in eerste instantie. In de zin dat de kunst de potentie heeft met een enkele penseelstreek de realiteit voorgoed te veranderen. Niet dat dat vaak gebeurt overigens, maar we doen ons best.

Hoe dan ook, de blik en het oor aan de zijlijn waren vanaf het begin aanwezig. Zonder mij iets te vragen ontstond het idee dat ik de mens een spiegel voorhield. Een troebele spiegel waarin ik het verdiende loon van ontspoorde technologische, politieke en wetenschappelijke ontwikkelingen uitbetaalde. Ik werd jullie Nemesis, de wraakgodin die de menselijke overmoed bestraft.

Okay, eerst vond ik het gewoon raar, en misschien voelde ik me ergens ook wel gevleid.

Maar …

Kunt u zich dat voorstellen, dat je gewoon je ding staat te doen en dat er dan een paar snotneuzen achter je rug staan te klappen en te juichen omdat je blijkbaar uiting geeft aan hun gevoelens. Ik vond het al snel irritant.

Het was natuurlijk nooit mijn bedoeling geweest om door die rare tweevoeters te worden omarmd, besnuffeld en geknuffeld. Of om de mens een spiegel voor te houden. De arrogantie.

Het lijkt me toch duidelijk dat mijn daad nou juist aantoont dat het NIET alleen om de mens gaat en dan lukt het jullie toch weer mijn sublieme geweld toe te eigenen.

Kijk hier komen we op het probleem van representatie. Meer dan een karakter op een filmdoek, werd ik het filmdoek zelf. Iets om op te projecteren. Angst, verlangen, een gevoel van gerechtigheid, de behoefte aan wraak.

Ondanks mijn imposante gestalte (die de afgelopen jaren ergens schommelde tussen de 50 meter en 350 meter hoog) werd ik door de mens tot instrument in hun verhaal gemaakt.

En daarmee werd, ik geef het slechts schoorvoetend toe, mijn eigen bestaan, mijn eigen recht op zijn, teniet gedaan. Liever was ik onvoorspelbaar gebleven.

Ik voelde en voel een steeds grotere weerzin om gewoon mezelf te zijn, om te laten zien wie ik werkelijk ben, omdat wat ik ook doe direct wordt toegevoegd aan het menselijk discours.

Oh kijk hij spuugt radioactiviteit, dat gaat natuurlijk over de oorlog. Oh kijk hij vernielt het parlementsgebouw, dat gaat over het faillissement van de democratie. Hij vermorzelt een olietanker, wat een prachtige metafoor voor ons ecologisch falen.

En wat nog erger is. Omdat mensen nu eenmaal geen kaartje kopen voor een film die slecht voor de mens afloopt moest ik ook nog eens iedere keer met mijn imposante staart tussen mijn benen afdruipen, aan het einde van de film. Uiteindelijk gaat het niet om mij maar toch weer om die mens. Ik mag wel even billenkoek geven maar dan is er genoeg gestraft.

Jezus, mag een monster ook gewoon een monster zijn!

Mijn goede vriendin Susan Napier, een specialist op het gebied van Japanse literatuur, vatte het puntig en uitermate pijnlijk samen toen ze laatst tegen me zei: ‘Wat jij doet is veilige horror.’

Gadverdamme!

Veilige horror waarin de mens, jullie, ondanks angstige momenten bij de aftiteling mag vieren dat alles toch nog goed is gekomen. Het monster (ik dus) verslagen. De mensheid voor even gered, Een nog grotere ramp afgewend. Wat dat ook mag betekenen.

Susan noemt de films waarin ik optreed daarom een fundamenteel optimistisch genre. Wat maakt dat van mij? …. Een clown?

Wist u dat ik in 1996 de MTV Lifetime Achievement Award heb gekregen? En in 2004 een ster in Hollywood? Geneutraliseerd, Ingekapseld, het numineuze geweld in de vorm van een stoeptegel.

Wraaaaaah.

Tsja, de brul, oergeluid van een woedende planeet, netjes verpakt tussen de frisdrank en de XL popcorn.

De werkelijk empathischen onder u zullen begrijpen dat dit voor mij zo niet langer kon. Er moest iets veranderen, en die verandering is vandaag. Die verandering is mijn vertrek. Samen met mijn vriend de Noordzee, die er in feite niet veel beter aan toe is.

Het filmscherm rolt zichzelf op. Ik wil niet langer het embleem zijn van de inadequate respons van de mens op het leed dat jullie jezelf en de planeet aandoen. Om in politieke termen te blijven, ik representeer jullie niet meer. Ga zelf wat doen.

Zet je handtekening onder de rijzende zeespiegel en loop niet zo te mieren over wie er wel en niet meedoet.

Zo dat moest er even uit.

Ik wil graag met een positief gevoel afscheid nemen en daarom staan we hier op het strand van Scheveningen. Vanwege het nu ongeveer één-jarig bestaan van de Ambassade van de Noordzee. Een alleraardigst initiatief. Anne, Harpo en Thijs, samen met heel veel anderen gaan de zee, de Noordzee, een stem proberen te geven. U begrijpt, het deed me een beetje aan mezelf denken, en hoe ik ook een stem kreeg, die uiteindelijk niet de mijne was. Ik hoop dat mijn verhaal een waarschuwing en tegelijkertijd een richtingaanwijzer kan zijn voor de vorm waarin jullie dat zullen gaan doen. Want ik wil wel gehoord worden, daar ligt het niet aan.

Het is juist daarom een uitstekend moment om te gaan. Om het palet leeg te maken voor een generatie die op een eigen manier gaat proberen betekenis te geven aan het onbegrijpelijke. En ik moet zeggen jullie zijn aardig begonnen door eerst eens een periode van een aantal jaren te gaan luisteren. Ik adviseer jullie om daar na die drie jaar vooral ook mee door te blijven gaan. Ongetwijfeld voelen jullie zelfs nu toch al iets teveel de druk om direct vorm te geven aan dat luisteren. Geef jezelf de tijd.

Zelf heb ik een wat kortere aandachtspanne dus ik ga niet wachten op wat daar allemaal uitkomt. Liever geef ik jullie mijn vertrouwen, of toch tenminste het voordeel van de twijfel. Ik kom in 2030 wel weer eens kijken hoe het gaat.

Daarmee komen we aan het einde van mijn statement.

Dames en heren, ik ga, uit eigen beweging. Ik druip niet af maar vertrek vol verlangen naar de zee. Als jullie zo in de file op de route du soleil staan, denk dan nog even aan mij.

Er mag gezwaaid worden.

 

Foto’s: Casper van der Linden