BULK

Langs het Noordzeekanaal staan kastjes opgesteld. Het zijn witte met lamellen voorziene meetinstrumenten. Ze nemen de hoeveelheid geurstoffen in de lucht waar. Het zijn dus elektrische neuzen. Met dit systeem van neuzen meet men de mate van geuroverlast in de omgeving. Schepen die bulkgoederen vervoeren moeten ontgassen. De goederen die ze vervoeren geven doorgaans geuren af. Deze geuren bouwen zich op in de ruimen van de schepen tijdens de bootreis. Een schip moet de gassen kwijtraken voordat hij de haven binnenloopt. Daartoe moeten op open zee even de ruimen geopend worden. Dit is soms vanwege weersomstandigheden een hachelijke onderneming en ze doen dat liever op het beschutte Noordzeekanaal. Maar dat mag niet. De neuzen kunnen de geurwolk volgen en de betreffende dienst kan het schip dat verantwoordelijk is voor de ontgassing lokaliseren en op de bon slingeren.

Het kunstwerk BULK speelt met het idee van de haven van Amsterdam als een opslag van natuurlijke materialen. Je ziet het niet maar achter de muren van stalen loodsen en betonnen silo’s liggen tonnen natuurlijk materiaal te wachten op transport naar elders. Bulkschepen ondermeer benzine uit verschillende windstreken die in de haven gemengd wordt en doorverkocht wordt als een kwalitatief zeer hoogwaardige benzine. Een sterk staaltje Koopmans bedrog? Hollandse vindingrijkheid? Of gewoon de manier om hoogwaardige benzine te produceren. En wie dacht dat benzine geen natuurproduct was, die moet maar eens aan de benzinepomp de geur van benzine opsnuiven. Wat je dan ruikt zijn de restanten van plantencommunicatie van 180 miljoen jaar geleden. Iets dat thuishoort in een natuurhistorisch museum. Toch springen we er vrij scheutig mee om.

De bergen steenkool liggen hoog opgestapeld voor doorvoer naar Duitsland. Die zijn zichtbaar. Onzichtbaar is dat evengrote schepen als die olie vervoeren ook regelmatig volgeladen zijn met sinaasappelsap, met de sinaas pulp diepgevroren meegeleverd voor de chiquere variant met vruchtvlees. De wijn die de bulkschepen aanvoeren moet nog even gebotteld. Er moet nog een handje stof over de flessen maar dan is de huiswijn niet te onderscheiden van fles die jaren in een wijnkelder heeft gelegen. Wat wij hier met olie kunnen, kunnen we net zo goed met wijn of jus. Mengen en doorverkopen als een hoogwaardig product.

En dan de cacao. De Amsterdamse haven is de grootste Cacao overslag van de wereld. Onder de golfplaten daken liggen bergen cacaobonen te wachten op transport. Vaak gaan ze naar fabrieken aan de Zaan waar de cacaobonen verwerkt worden tot halffabricaat waarna de cacaomassa en de cacaoboter naar andere landen gaan waar ze verwerkt wordt tot chocola. België en Zwitserland staan hier bekend om.

De Amsterdamse Haven bruist dus van natuur, als is het anders dan wat je zou verwachten. Goed opgeborgen en afgesloten om overlast te beperken, of juist om besmetting tegen te gaan. Kan je dit nog natuur noemen? Juist uit benzinedamp wat wij toch beschouwen als het tegenovergestelde van natuur is plantencommunicatie waar te nemen uit vroeger tijden. En heeft een olietanker met sinaasappelsapconcentraat nog iets te maken met een sinaasappel? De schaal waarop de materialen binnenkomen zet ons aan het denken. Niet alleen de aard van een product meer ook het volume er van speelt een rol in onze perceptie. Een grondbeginsel van de chemie is dat alles giftig is voor de mens al naar gelang de hoeveelheid.

De installatie Van Frank Bloem (geurkunstenaar), Maarten Erich (bioloog) en Harpo ’t Hart (geluidskunstenaar) speelt met de beeldtaal van de haven en reageert in geur en geluid op de massaprocessen in de haven. De kastjes rijmen met de e-neuzen en andere registratie technologie in de haven en nemen de geur en het geluid niet op, maar stoten het juist uit.