Terwijl zowel de coronapandemie als klimaatverandering pijnlijk bloot leggen dat de mens de aarde niet alleen bewoont, ontving de Franse socioloog en filosoof Bruno Latour (1949) de Spinozalens 2020 op 24 november uit handen van burgemeester van Amsterdam Femke Halsema. Latour agendeert sinds begin jaren negentig het thema duurzaamheid en volgens hem hebben niet-mensen zoals zeeën, planten, dieren en microben een eigen stem die in onze democratie gehoord moet worden.
Wereldwijd laten activisten, kunstenaars en wetenschappers zich inspireren door Latours ideeën. Ook in Nederland wordt gezocht naar manieren om niet-mensen zoals de Noordzee een directe politieke stem en positie te geven. Is het nodig om de zee, paling of grutto een andere rol in ons politieke systeem te laten spelen?
Recentelijk is aan Noordzeetafels een belangrijk Noordzee-akkoord gesloten. Zoals het poldermodel voorschrijft, bezetten bedrijven, overheidsdiensten en natuurorganisaties netjes een stoel en buigt iedereen zich over wetenschappelijke studies, politieke memo’s, en zorgvuldig uitgedachte rapporten van de planbureaus. Deze gespreksvorm binnen de democratische logica van een behoorlijk functionerende trias politica zou Thorbecke bekoord hebben. Het probleem is: we leven niet in 1848, maar zijn hard op weg naar het jaar 2048. En vervolgens stevenen we – als we niet oppassen – af op drie tot vier graden Celsius opwarming in 2100. De onzekerheid die hieruit voort vloeit, leeft impliciet of expliciet bij veel mensen, of ze nu wel of geen geel hesje hebben, Trouw of de Telegraaf lezen, of ze graag de Elfstedentocht willen rijden of zich zorgen maken om de massale sterfte van insecten.
In dit licht is er een vraag over het Noordzee-akkoord te stellen: biedt het poldermodel voldoende garanties voor een goed partnerschap met de Noordzee en gezonde relaties tussen mens en niet-mens? Volgens ons niet.
Om dit te beargumenteren, moeten we eerst uitzoomen en kijken naar het ecosysteem dat de Noordzee is. Mens en niet-mens zijn altijd innig verbonden geweest in en rond de zee, zij reguleert ons milde klimaat en brengt voedsel, brandstof en vruchtbaarheid naar Nederlandse bodem. Ze werkt als buffer voor broeikasgassen, wordt als sleutel gezien voor energievoorziening en is heilzaam voor de menselijke gemoedstoestand. De zee staat in voortdurende wisselwerking met de Atlantische oceaan en de rivierdelta die leven en mineralen, maar ook afval en chemicaliën vanuit de bergen en omringende landen naar de Noordzee brengen. Dan is er ook de menselijke complexiteit, zo is Nederland slechts één van de acht landen die aanspraak maken op een deel van de Noordzee, en vaak kiezen landen voor tegengestelde oplossingen of politieke strategieën.
Het Nederlandse poldermodel komt voort uit de wens het opkomende water tegen te houden. Maar dit model is niet in staat eigentijdse problemen als klimaatverandering, uitsterving van diersoorten en verzuring van de zeeën adequaat om te zetten in politieke conflicten en besluitvorming. Je kan tegenwerpen dat er toch tientallen ngo’s zijn die opkomen voor de belangen van ‘natuur’, en dat klopt en die doen fantastisch werk. Echter, als we natuur en milieu werkelijk belangrijk vinden, kunnen we hun belangen niet overlaten aan de goedheid van ons hart en de donaties van overheden, bedrijven en particulieren, waar natuurorganisaties van afhankelijk zijn. En een ander argument: zelfs als natuurorganisaties succesvol onderhandeld hebben rondom het Noordzee-akkoord, als afspraken niet na worden gekomen, en belangen van niet-mensen worden geschonden, wat is dan werkelijk de politieke of juridische macht die hier tegenin kan gaan? Wij stellen dat die tegenmacht te beperkt is.
Daarom dient Nederland politiek te leren bedrijven met andere, nieuw in het leven te roepen soevereine territoria, zoals ‘rivierdelta’, ‘zee’ of ‘het bos’. De voorbeelden zijn er; in Nieuw-Zeeland kregen een rivier en een berg rechtspersoonlijkheid. In Amerika werkt men aan rechten voor het ernstig vervuilde Lake Erie.
Het is tijd dat ook Nederland werk maakt van deze politieke vorm. De Ambassade van de Noordzee heeft daarom als missie de zee te emanciperen tot volwaardige politieke speler. Daarbij onderzoeken we ook of de Noordzee een zelfstandig rechtspersoon zou moeten zijn. Misschien klinkt dit vreemd, maar op de keper beschouwd is ‘Frankrijk’ ook geen natuurlijk persoon, maar wel een rechtspersoon die vertegenwoordigd kan worden door bijvoorbeeld een president. President Macron die spreekt als vertegenwoordiger van Frankrijk is even raar als iemand die namens de Noordzee in 2030 de Tweede Kamer toespreekt.
Om niet-mensen te kunnen vertegenwoordigen, moeten we leren naar hen te luisteren. De Ambassade van de Noordzee ontwerpt daarom luistermethodes die ruimte maken voor nieuwe vormen van politieke vertegenwoordiging. Dat doen we door niet-mensen letterlijk en figuurlijk aanwezig te maken in publieke en politieke ruimtes.
Niet alleen de zee, ook andere gebieden verdienen uw en onze aandacht en politieke vertegenwoordiging. Laat de Veluwe, de grutto en Biesbosch net als de insecten en planten meepraten aan tafel. Laten we deze politieke stemmen, geluiden en belangen, via wetenschappelijke, artistieke, muzikale en literaire tolken, veel zichtbaarder en hoorbaarder maken. Laten we die stemmen aanweziger maken in onze vergaderzalen, koffiecorners en Zoommeetings, en vervolgens ook in de wet en de Tweede Kamer.
Zo wordt het politieke gesprek interessanter, leuker, en ja, ingewikkelder, maar ook eerlijker en effectiever. De belangen van planten, dieren en de zee mogen niet afhankelijk zijn van liefdadigheid, maar verlangen een prominente zelfstandige plek in onze politieke werkelijkheid.